|
In deze nieuwsbrief vertellen wij u meer over het
WGA-risico. Wist u dat u 2 keer per jaar, namelijk op 1 oktober en op 1
april, de mogelijkheid hebt om te kiezen voor eigen risicodragerschap?
Verder leest u over de reconstructieverzekering. Geen overbodige luxe,
mocht uw bedrijf ooit schade ondervinden waarbij u bijvoorbeeld
databestanden of andere ‘te reconstrueren’ onderdelen van uw bedrijf
verliest.
Na enkele wetswijzigingen in de successiewet zijn lang niet alle goede
doelen meer fiscaal aantrekkelijk. Leest u verderop hoe u uw goede doel
hierop kunt controleren.
Wanneer u samen met uw partner het bedrijf leidt, zal het laatste
artikel u wellicht interesseren. Een tijd geleden vond er een
rechtszaak plaats, waarvan de uitspraak in het voordeel is van de
meewerkende partner.
|
|
U
bent inmiddels bekend met de opvolger van de WAO. De Wet Werk en
Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) die eind 2005 is ingevoerd. Een
groot verschil met de WAO is dat de WIA uitgaat van het vermogen om te
werken. De WIA voorziet onder andere in een uitkering voor gedeeltelijk
arbeidsongeschikten. Dat is de Werkhervatting Gedeeltelijk
Arbeidsgeschikten (WGA) uitkering.
Voor u betekent dit dat als uw werknemer ziek is, u verplicht bent om
zijn loon gedurende 2 jaar door te betalen. Na deze periode komt uw
werknemer in aanmerking voor een WIA-uitkering. Als uw werknemer minder
dan 65% kan werken, maar meer dan 20%, heeft hij in principe recht op
een WGA-uitkering. En voor deze uitkering bent u financieel
verantwoordelijk.
Dit wordt ook wel het WGA-risico genoemd. U kunt op 2 momenten in het
jaar, namelijk op 1 april en op 1 oktober, kiezen of u dat risico bij
het UWV laat of ‘eigen risicodrager’ wordt.
Wanneer u bij het UWV blijft, betaalt u als werkgever jaarlijks een
vaste basispremie voor de WAO/WIA via een beschikking van de
belastingdienst.
Wanneer u kiest om eigen risicodrager te worden, verzekert u zich
‘privaat’. In het algemeen kunt u er dan op rekenen dat uw premie lager
en stabieler wordt. Bij het UWV schommelt uw premie namelijk naar
aanleiding van de arbeidsongeschiktheid in uw bedrijf.
Wilt u meer weten over uw mogelijkheden rondom het afdekken van uw
WGA-risico? Neem contact met ons op. We helpen u graag om de beste
beslissing te maken.
|
|
U
bent goed verzekerd voor eventuele brandschade aan uw bedrijfspand en
de inhoud van uw pand. Ook ontvangt u een vergoeding van de vaste
kosten en het verlies op de nettowinst, omdat uw bedrijf een aantal
maanden stil ligt na de brand. Maar bent u dan wel volledig schadeloos
gesteld? En kan uw bedrijf weer draaien zoals voor de schade?
De kosten om het bedrijf weer op te starten worden namelijk niet
vergoed door de verzekeraar van het pand. Om een bedrijf na een brand
weer volledig op te starten maakt een bedrijf reconstructiekosten. U
kunt hierbij denken aan het reconstrueren van vernietigde of
beschadigde administratieve bescheiden, archiefstukken, tekeningen,
ontwerpen, modellen of maquettes. Deze kosten worden verzekerd op een
reconstructiekosten verzekering. Uiteindelijk maakt u namelijk kosten
bij het reconstrueren van uw bedrijf. Bijvoorbeeld door het inhuren van
extra computers en werkruimte. En wat denkt u van de overuren van de
werknemers die zich bezig houden met die reconstructie?
Het is bijna onmogelijk om van te voren te bepalen hoe hoog deze
reconstructiekosten zullen zijn. Daarom wordt bij een
reconstructiekosten verzekering een bepaald bedrag verzekerd. De
verzekeraar vergoedt de kosten in een bepaalde periode (meestal
één jaar) tot maximaal het verzekerde bedrag.
De reconstructieverzekering is een belangrijke verzekering voor een
bedrijf. Enerzijds omdat de verzekering de reconstructiekosten
vergoedt. Maar ook omdat uw onderneming dankzij de reconstructie weer
(snel) aan het werk kan. En op dezelfde manier als u dat deed voor de
schade. Wilt u meer weten over deze verzekering? Neem contact
op voor meer informatie.
|
|
Vrouwen zijn al lang niet
meer weg te denken uit de arbeidsmarkt. Gelukkig maar. Toch wordt er af
en toe nog eens een strijd gestreden. De vrouw die meewerkt in het
bedrijf van haar man is al een heel oud verschijnsel. Ook in die rol is
de vrouw gegroeid. Vaak vervult de echtgenote ook de rol van
ondernemer, naast haar man. Voor de belastingdienst is dat veranderde
rolpatroon niet altijd duidelijk zoals uit het volgende voorbeeld
blijkt.
Een echtpaar exploiteert een bedrijf dat zich bezighoudt
met het bouwen van stallen. Man en vrouw vormen samen een vennootschap
onder firma. Tweederde van de winst gaat naar de man, de vrouw krijgt
het restant. In haar aangifte inkomstenbelasting past de vrouw de
zelfstandigenaftrek toe. Na een bezoek van de belastingdienst, legt de
inspecteur een hogere aanslag op, waarbij de zelfstandigenaftrek is
geschrapt. De inspecteur motiveert dit met de stelling dat de vrouw
ondersteunend is geweest in het bedrijf. Zij was in feite niet meer dan
een verlengstuk van haar man. Bovendien, zo stelt de inspecteur, is het
ongebruikelijk dat het bedrijf een dergelijk samenwerkingsverband met
een willekeurige derde zou zijn aangegaan.
De vrouw accepteert deze zienswijze niet en stapt naar
de rechter. Die oordeelt dat de werkzaamheden van de vrouw niet
hoofdzakelijk ondersteunend van aard zijn, maar juist bijdragen aan het
voortbestaan van het bedrijf. Ze heeft een eigen verantwoordelijkheid
en draagt dit ook uit naar buiten. De belastinginspecteur geeft zich
niet direct gewonnen en gaat in hoger beroep. Ook in hoger beroep
concludeert het Hof Amsterdam dat de rol van de vrouw wordt onderschat.
Zij heeft dus wel degelijk recht op de zelfstandigenaftrek.
|
|
Vele bedrijven schenken jaarlijks aan goede doelen. Een
fijne bijkomstigheid is dat u giften kunt aftrekken bij de
belastingaangifte. U bent wellicht al op de hoogte dat de
belastingdienst hierbij alleen giften aan een erkend doel accepteert.
Hiervoor heeft de belastingdienst in 2008 de ANBI-status in het leven
geroepen. Op de site van de belastingdienst kunt u een programma
downloaden om te kijken of uw goede doel een ANBI-status heeft.
En dat is dit jaar nog belangrijker. Vanwege een
aanpassing in de successiewet per 1 januari 2010 is de beschrijving van
de ANBI-status verscherpt. Eerder moesten de goede doelen nog 50% van
hun activiteiten besteden aan ‘het algemeen nut’ om de ANBI-status te
voeren. Sinds dit jaar is dat 90% geworden. Het gevolg is dat de goede
doelen opnieuw hun ANBI-status moeten aanvragen. Een aantal krijgt de
status niet meer toegekend. Natuurlijk geeft u aan een goed doel om te
steunen. Maar het zou zonde zijn als u onterecht rekent op een
aftrekpost.
|
|